De behandeling van pijn bij alvleesklierpatiënten kan worden opgedeeld in een aantal stappen:

  • In combinatie van leefstijladviezen en medicijnen probeert men eerst de pijn onder controle te brengen
  • Werkt dit onvoldoende, heeft men last van obstructie (verstopping) van de alvleesklierafvoergang, of zijn er complicaties opgetreden (bijv. een pseudocyste) dan kan een endoscopische of chirurgische behandeling worden overwogen.

Doordat bij een chronische alvleesklieraandoening steeds meer alvleesklierweefsel verloren gaat, kan de hevige pijn bij sommige patiënten na lange tijd ‘uitdoven’. 
Helaas is dat lang niet bij iedereen het geval en blijft bij hen de pijn altijd aanwezig.

Medicatie

Pijnbestrijding bij alvleesklierpatiënten vindt plaats volgens vaste stappen:

  1. De pijnbestrijding bestaat uit NSAID’s (pijnstillende- en ontstekingsremmende geneesmiddelen die ook koortswerend werken (voorbeelden : Ibuprofen en Paracetamol). Deze medicijnen werken goed bij lichte tot matige pijn.
  2. Bij onvoldoende effect wordt een licht opiaat (zwak morfineachtige medicatie) toegevoegd, zoals Tramadol.
  3. Helpt dit ook niet, dan kan worden gestart met een sterker opiaat, zoals morfine. Nadelen van het gebruik van morfine zijn bijwerkingen als obstipatie, misselijkheid, sufheid en een verslavende werking. Als na twee maanden geen pijnverlichting is opgetreden, is het verstandig om endoscopische of operatieve behandelmogelijkheden te overwegen.
Back To Top